top of page

Rothko in gesprek met zijn alter ego bij de Chinees over de vervalsing van zijn werk

  • Foto van schrijver: Kees Berendsen
    Kees Berendsen
  • 22 mei
  • 3 minuten om te lezen

In het a.s. Holland Festival zal de voorstelling ROHTKO van regisseur Lukasz Twarkowski te zien zijn. ROHTKO dus en niet ROTHKO naar de Amerikaanse schilder Mark Rothko. En dat is geen verschrijving. Het thema is gebaseerd op een kunstschandaal dat - kort samengevat - gaat over de zwendel met vervalste kunst door de New Yorkse galerie Knoedler & Co. Die had tussen 1994 en 2011 meer dan 40 schilderijen van abstracte expressionisten, waaronder Rothko verkocht als echt terwijl die later vervalsingen bleken te zijn. Ze waren gemaakt door de Chinese wiskundeleraar Pei-Shen Qian. De kopers van de Rothko - Eleanore en Domenico de Sole - bij wie het schilderij thuis aan de muur had gehangen en met name bij Eleanore grote emoties opriep, begonnen een rechtszaak tegen de galerie. Dat was voor Twarkowski de inspiratiebron voor zijn stuk. Daarbij spelen welhaast alle bekende thema’s rond de relatie tussen origineel en vervalsing een rol. Zoals die tussen kunst en geld en de vraag of de kapitalistische kunstmarkt kunst niet van het leven heeft vervreemd en de vraag of de tranen die vervalsing kan oproepen wel oprecht zijn. Maar indirect, zonder zich daar vermoedelijk expliciet van bewust te zijn, raakt Twarkowski, door de voorstelling te laten beginnen in een Chinees restaurant, ook het thema auteursrecht. Alle Chinese restaurants zijn een kopie van elkaar is de gedachte en de namaker van de Rothko was een Chinees. Verdubbeling, verveelvoudiging van decors en de daarbij telkens opgeroepen vraag wat echt is en wat nep beheersen de voorstelling over de kunstvervalsing van het werk van Rothko. Ook de mens en kunstenaar Rothko maar dan als Rohtko (in de andere spelling dus) wordt als een dubbelganger van zichzelf ten tonele gevoerd. De Westerse en Chinese benadering van ‘origineel’ en ‘kopie’ zijn in deze voorstelling met elkaar verweven. “Waar kunst is, is geld” zegt Rohtko, daarmee de westerse kant van kunst bekritiserend. Tegelijk geeft de voorstelling een beeld van de Chinese opvatting over kunst en namaak. Volgens de Duits-Koreaanse filosoof Byung-Chul Han betekenen de Chinese tekens die staan voor 'origineel' letterlijk: 'authentiek spoor'. Een origineel werk is daarmee niet meer dan een ‘spoor’ of ‘reflectie’ van een idee. Een kopie van een werk dat beter is uitgevoerd of trouwer is aan het idee achter het werk kan vanuit die visie zelfs meer waard zijn dan het origineel. Dat betekent - wat naar ons idee onbestaanbaar is - dat volgens het Chinese denken het kunstwerk van zichzelf leeg is, geen ‘ziel’ heeft. Volgens die zienswijze wordt ‘het gefixeerde’ gewantrouwd en bestaat er geen exclusiviteit. De Westerse ‘cultus van het originele’ ontbreekt. Continue reproductie komt daarvoor in de plaats. Han trekt de vergelijking met de natuur, waar een voortdurende vernieuwing plaatsvindt door reproductie van oude cellen door nieuwe. Als zodanig functioneert Rohtko als kopie of variant van de echte Rothko. En zo verandert het Chinese restaurant aan het eind van de voorstelling in twee identieke galerieruimtes waar op het raam van de een het Chinese teken ‘zhen ji’ staat en op het andere het teken ‘fuzhi’, tezamen staand voor ‘origineel’ en ‘kopie’.

Hoe moeten we dat zien in het licht van de begrippen ‘origineel’ en ‘kopie’ volgens ons auteursrecht. Om te beginnen is een werk volgens ons auteursrecht pas beschermd wanneer de vorm daarvan de weerslag is van datgene wat de maker tot het maken ervan bewogen heeft. De originaliteit wordt volgens dat rechtsbegrip dus bepaald door de authenticiteit. De organische unieke verbinding tussen de kunstenaar en zijn kunstwerk zijn in dat rechtssysteem bepalend niet alleen voor de auteursrechtelijke maar ook voor de economische waarde van het kunstwerk. Een kopie doet daar afbreuk aan of - nog sterker – maakt daar inbreuk op. Rothko zou daartegen in het geweer kunnen komen en behalve vernietiging van de kopie een schadevergoeding kunnen vorderen tenminste ter grootte van de waardevermindering van het werk als gevolge van de inbreuk. Wat wij tenminste kunnen leren van de Chinese visie die anders dan de onze de waarde van een kunstwerk juist door middel van de kopie in stand houdt, is dat het idee dat grote kunstenaars geacht worden grote zielen te hebben en dat de duurste kunstwerken ook wel de meeste ziel zullen hebben wel enige relativering kan gebruiken. HF/ITA 25/28 juni 2025.

 
 
 

Comentarios


Uitgelichte berichten
Recente berichten
Archief
Volg ons
  • Facebook Basic Square
  • Twitter Basic Square
  • Google+ Basic Square
bottom of page