top of page

Merk Schoemacher te koop


De aankondiging door een deurwaarder van de verkoop van twee merknamen tevens familienaam van een bekende Nederlander. Dat maak je niet vaak mee. Maar het is waar, op de website die veelvuldig door deskundigen op het gebied van het merkenrecht wordt geraadpleegd staan twee merken van Robert Schoemacher, de bekende cosmetisch arts, met zijn naam en toenaam, in de aanbieding. Op 16 februari a.s. worden ze ‘in één kavel’ geveild.

Albert Heijn, Heineken, Philips

Bij een merk waar je niet meer direct de associatie hebt met de naamgever – denk aan Albert Heijn, Heineken, Philips – zou je van zo’n aankondiging misschien nog niet zo staan te kijken, maar de persoon Schoemacher is zo beeldbepalend voor het merk Schoemacher, dat het tot nadenken stemt en vragen oproept. Hoe zit dat en kan je het voorkomen.

Warenklassen

De merken “Dokter Schoemacher Klinieken” en “Schoemacher” zijn ingeschreven voor een drietal groepen van producten of diensten, de zogenaamde warenklassen. De inschrijving betekent, dat de merkhouder de bescherming ervan kan inroepen wanneer een ander het merk op verwarringwekkende wijze gebruikt voor dezelfde of soortgelijke producten of diensten.

Plastisch cosmetische behandeling

De waren en diensten worden aangeduid als Cosmetische middelen, etherische olien, cosmetische producten voor de huid (klasse 3), Onderzoek op wetenschappelijk gebied (klasse 42) en Medische consulten, advisering en voorlichting op het gebied van plastisch-cosmetische behandelingen, diensten van klinieken voor medisch-esthetische behandeling e.d. (klasse 44). Daarvoor bieden de merken van Schoemacher dus bescherming.

Faillissement

Een familienaam kan heel goed dienst doen als handelsnaam, voorbeelden te over. Maar in geval van een faillissement (en daar hebben we het hier over) loopt de drager van de naam wel een risico. De curator in het faillissement zal beoordelen of de bezittingen in de onderneming van de failliet een zekere waarde hebben. Daartoe behoort ook de naam van de onderneming. De handelsnaam, domeinnaam of merknaam van een onderneming kunnen los van die onderneming een bepaalde waarde vertegenwoordigen en zich er goed voor lenen separaat door de curator te worden verkocht, zodat de schuldeisers uit de opbrengst kunnen worden betaald.

Risico

Het probleem is dat de failliet (Robert Schoemacher in dit geval) na de (openbare) verkoop van zijn merk, zijn eigen naam - aangenomen dat hij zijn onderneming wil voortzetten – daarvoor niet meer kan gebruiken, althans niet meer voor de waren en diensten, waarvoor de merken zijn ingeschreven. De naam is immers overgegaan in de handen van een ander en die kan zich daartegen verzetten. Dat is ook logisch. De oorspronkelijke merkhouder (Schoemacher in dit geval) zou anders ten koste van die ander oneerlijk kunnen profiteren van het gebruik van zijn eigen (in de branche bekende) naam.

Voortzetting onderneming onder andere naam

Wie net een onderneming start zal niet direct het scenario van een faillissement voor ogen hebben. Toch is het goed dan al te bedenken dat er - in slechtere tijden - risico’s zitten aan het gebruik van je eigen naam als handelsnaam. Bij een faillissement of onvrijwillige verkoop van je handelsnaam of merk kun je ook volgens de rechtspraak (Vzr. Rechtbank ’s-Gravenhage, KG ZA 12-340, Van Dongen tegen Soonius c.s) de onderneming niet meer onder die naam of een gelijkende naam voortzetten. Ook Robert Schoemacher zal dus, als hij zijn diensten op hetzelfde terrein wil voortzetten, naar een andere merknaam, die geen verwarring mag wekken met zijn eigen naam, moeten uitkijken.

Uitgelichte berichten
Recente berichten
Archief
Volg ons
  • Facebook Basic Square
  • Twitter Basic Square
  • Google+ Basic Square
bottom of page