top of page

Een auteursrechtelijke kwestie van smaak


Onder de titel “Recht en gerecht” werd in 1987 door rechtsgeleerden een symposium gewijd aan de vraag of culinaire creaties in aanmerking kwamen voor auteursrechtelijke bescherming. Waarschijnlijk omdat het symposium werd afgesloten met een culinair festijn in Hotel l’Europe werden de deelnemers het er al snel over eens, dat die vraag positief moest worden beantwoord. Welke plaats hebben ‘smaak’ en ‘geur’ in het auteursrecht?

Geur

Sporadisch kwam het onderwerp weer boven water, zoals in de zaak van Lancóme tegen Kecofa, waar de Hoge Raad ten principale aanvaardde dat er op geur auteursrecht mogelijk was. Dat werd binnen de Europese context van het auteursrecht (het Unierecht) toch beschouwd als een inbreuk op het stelsel van het auteursrecht. Is geur een ‘werk’ in auteursrechtelijke zin? De Franse hoogste rechter vond van niet. De Nederlandse rechter zette de deur op een kier.

Europese Hof van Justitie

En nu is ‘smaak’ aan de beurt. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft in de zaak tussen “Heks‘nkaas en Witte Wievenkaas (waarover ik eerder berichtte) vragen gesteld aan het Europese Hof van Justitie, of er aan de smaak van het product 'Heks ‘nkaas' auteursrechtelijke bescherming toekomt. Eerdere rechters waagden zich niet aan het beantwoorden van die vraag, maar nu komt het er dus toch van.

Voortbrengselen van letterkunde, wetenschap of kunst

De vragen die het Gerechtshof stelt liggen min of meer voor de hand. Kan de smaak van een voedingsmiddel worden beschouwd als een ‘werk’. De Berner Conventie (die geldt voor alle lidstaten van de EU) heeft het over "alle voortbrengselen op het gebied van letterkunde, wetenschap en kunst, welke ook de wijze of de vorm van uitdrukking zij”. Is ‘smaak’ een dergelijk voortbrengsel? De voorbeelden die de Europese wet noemt hebben alleen betrekking op creaties die met het oog of met het gehoor kunnen worden waargenomen. En ‘smaak’ is een creatie, die niet visueel of auditief waarneembaar is.

De instabiliteit van smaak

Een andere vraag is of de subjectiviteit van de smaakervaring er niet aan in de weg staat om aan smaak auteursrechtelijke bescherming toe te kennen. Smaak is wisselend en dus instabiel. Verdraagt dat zich wel met het auteursrecht? En dan is er nog een vraag. Het auteursrecht kent allerlei uitzonderingen. Passen die wel allemaal bij werken als ‘smaak’ (of ‘geur’). M.a.w. klopt het systeem dan nog wel?

De hamvraag

En niet te vergeten de hamvraag. Hoe moet dat bij inbreuk? Moet de rechthebbende alleen maar het voedingsmiddel in een procedure aan de rechter voorleggen, zodat hij zelf kan ruiken en proeven en aan de hand daarvan vaststellen of het hier om een auteursrechtelijk beschermd werk gaat? Of moet de eiser een omschrijving geven van de creatieve keuzes die zijn gemaakt in de smaakcomposities, waardoor het als eigen intellectuele schepping moet worden aangemerkt?

De subjectieve rechter

Vele vragen, waarvan ik – door de wijze waarop ze gesteld zijn - de wanhoop al voel van de rechters die er niet aan moeten denken na hun ontbijt ook nog eens een stukje Heks‘nkaas te moeten proeven. De rechter als instabiel en subjectief element in een gerechtelijke procedure lijkt mij geen goed idee.

Tags:

Uitgelichte berichten
Recente berichten
Archief
Volg ons
  • Facebook Basic Square
  • Twitter Basic Square
  • Google+ Basic Square
bottom of page